Met phrasing beng je dynamiek in je spel door accenten te leggen. Een accent is een toon die harder klinkt dan de andere tonen. Dit doe je niet door de toon die het accent krijgt alleen maar harder te spelen: speel de toon die het accent krijgt een beetje harder, en speel de tonen die geen accent krijgen een beetje zachter.
Oefen met voor jou bekende toonladders. Speel ze van laag naar hoog en van hoog naar laag. Oefen de volgende vier verschillende patronen:
Je kunt ook zelf patronen bedenken door te combineren. Bijvoorbeeld 1 2 3 1 2 3 etc.
Focus tijdens het oefenen. Oefen langzaam en geconcentreerd. Laat in het
begin je hoofd het werk doen, uiteindelijk zullen je vingers het
overnemen (dat duurt even).